Vondsten Raamdal: Algemeen


Het 'Esters Broek' in het jaar 1850.


Voor we iets over de bodemvondsten in het Raamdal vertellen eerst iets over het ontstaan van het Raamdal in het algemeen. Zo kunnen we opgravingen wellicht beter plaatsen.

In 1984 besluit Gemeente Grave het natuurgebied 'De Broekse Wielen' op de Vogelshoek te verkopen aan Staatsbosbeheer. Het geld dat men hiervoor krijgt zou gebruikt gaan worden voor een nieuw  aan te leggen en plaatsvervangend natuurgebied in Escharen. Als locatie werd hiervoor het Esters Broek, het Raamdal, gekozen.

Lopend of fietsend door het huidige Raamdal kan men zich nog nauwelijks voorstellen hoe het Esters Broek er zo'n honderd jaar geleden uit gezien moet hebben. Het was er namelijk helemaal niet zo groen, geen begroeiing in de vorm van bomen of struiken kortom het was een grote kale vlakte. Vanaf de Hoogeweg keek men dan ook zo 't Rot en de Vogelshoek op. Het Broek werd door de Escharenaren gebruikt om er truf te gaan steken.  Deze leegte had te maken met de bodemstructuur en grondsoort maar ook met het feit dat het in de traverse van de Beersche Maas lag. En in dit stroomgebied mochten geen opgaande bomen, struiken of huizen staan. Geen enkel obstakel dat de loop van de Beersche Maas ook maar enigszins zou kunnen vertragen.

Het Esters Broek, bestond in vroeger tijden uit hoog liggende rivierzanden (Maasduinen ca. 9000 voor Christus gevormd) en laagliggende dalen, uitgeslepen door rivierarmen (Maas en Raam). De Maas verplaatste zich steeds oostelijker van Escharen af en in het Raamdal begon ca. 3000 v.Chr. veenvorming op te treden. Hierna werden de laagliggende dalen ook nog overdekt door een afzetting van ca 20 tot30 cm. klei, achtergelaten door overstromingen, o.a. door de voormalige Beersche overlaat.

Het landschap was hierdoor licht golvend en bestond uit zandduinen. We kunnen dat het best vergelijken met het huidige natuurgebied 'het Langven'. Vooral in de crisisjaren en vlak na de oorlog is in Het Broek, in het kader van de werkverschaffing, veel land ontgonnen en geschikt gemaakt om dienst te gaan doen als wei- en bouwland. De zandduinen werden afgegraven en dit zand werd weer gebruikt om het Langven te dempen. Onder het bestuur van Burgemeester van Hövel tot Westerflier zijn in het Esters Broek, de Maurik en de huidige Langenboomse bossen, honderden bomen aangeplant. Ook hiervoor werden werklozen ingezet. 

Toen in 1984 dus het plan geopperd werd om het 'Esters Broek' wederom de functie van natuurgebied te geven, hadden daar vooral de boeren veel moeite mee. Hun weilanden werden aangekocht en mochten /moesten weer 'terug naar de natuur' gebracht worden.

 

Het Esters Broek / Het Raamdal in 1920.


De verkoop van de Broekse Wielen aan Staatsbosbeheer hield voor de Escharense mensen in dat het gebied wel voor het publiek toegankelijk bleef maar dat er niet meer gevist mocht worden. Dorpsvereniging E.Z.V. heeft zich toen ingespannen om hiervoor een vervangende vijver te krijgen in het Raamdal. De Gemeente stemde hiermee in en in het plan Raamdal werden vier vijvers opgenomen.

Vijver A, die het dichtst bij de bebouwde kom komt te liggen krijgt de functie van vis- en schaatsvijver.

De andere drie vijvers, B, C en D komen achter de Hooge Raam te liggen en krijgen de functie van vogel- en rietvijver. Vijver D is echter nooit gegraven. Het zand dat uit de te graven vijvers komt wordt gebruikt om de verderop aan de Karweg gelegen vuilnisbelt, te bedekken en op te hogen.

 


Aannemersbedrijf Gebr. Arts, begon met de graafwerkzaamheden. Al heel snel werd duidelijk dat er interessante kleurverschillen in de aarde te zien waren. Ook kwam er opvallend veel turf omhoog. Dit was te verwachten want het Esters Broek werd vroeger al gebruikt om er turf te gaan steken.

Wethouder Jo van den Hoogen volgde uit persoonlijke interesse de opgravingen op de voet. Al snel zag hij dat er tussen het zand en in de bodem, wel heel bijzondere sporen te zien waren.  En toen er ook nog scherven en dergelijke met het zand mee naar boven kwamen wist hij dat het om grote een archeologische vondst zou kunnen gaan. Hij waarschuwde hierop de amateurarcheologen Martien Koolen, Jo de Wit  en Theo Bertissen uit Grave.


Opname van de opgravingen in 1985.


Deze amateurarcheologen gingen, aangevuld met leden van de heemkundegroep en andere enthousiaste dorpelingen, aan de slagDe archeologen hebben veel te danken gehad aan de behulpzaamheid van de dragline chauffeur. In werktijd groef hij veel in overleg en na werktijd en in de weekenden kon men volop aan de slag met de opgravingen.

De archeologen brachten alles in kaart en verzamelden en noteerden de gevonden voorwerpen. Naar aanleiding van hun gegevens hebben er later verschillende publicaties plaatsgevonden.


Uitgraving van de oude Raamloop.


Hieronder een kaartje van Martien Koolen, met daarop de vindplaatsen van de belangrijkste vondsten die bij deze graafwerkzaamheden van de vijvers in 1985, in het Esters Broek gevonden zijn:

* een watermolen uit de 12e eeuw. (vijver A)

* beschoeiing van een oude Raamloop (vijver A)

* een knuppelbrug uit de  eeuw. (vijver A)

* resten van het 'Stenen Huijs' uit de 12e of 13e eeuw. (vijver B)

De vondsten zijn dermate spectaculair dat er verschillende publicaties over verschenen zijn.

Vooral de vondst van een watermolen uit de 12e eeuw, blijkt uniek te zijn. In Nederland zijn er maar enkele van dit type watermolen uit deze periode bekend. De vondsten zijn niet alleen voor de archeologen en molendeskundigen zeer waardevol, maar ze zijn ook van belang voor de geschiedenis van het dorp Escharen. Ze bevestigen namelijk dat hier al voor de 12e eeuw een vorm van bewoning moet zijn geweest waarin een watermolen een functie had in het dagelijks bestaan van het dorp Escharen.


Situatieschets M. Koolen, 1985.


Luchtopname van het Raamdal, anno 2014.


Als alle vijvers gegraven zijn nodigt dorpsvereniging E.Z.V.  de Escharense bevolking uit om namen te bedenken voor deze vijvers.  Vijver A, de vis- en schaatsvijver, gaat 't Meulengat heten. Naar de vondsten van de watermolen die hier gedaan zijn. Vijver B krijgt dan ook de naam: 't Steenen Huys', naar de daar gedane vondsten. Vijver C gaat 'de Turfkuil' heten. Deze naam werd ontleend aan de veenafgravingen door de Escharense bevolking in de crisisjaren. De laatste vijver D, krijgt op papier de naam 'De Horst'.

Om de bodemvondsten beter te kunnen beschrijven hebben we er drie afzonderlijke pagina's van gemaakt. Deze vindt u onder het hoofdmenu bij tabblad; Vondsten Raamdal, maar het kan ook middels onderstaande linken.

Watermolen

Knuppelbrug

't Steenen Huys'

 


Turfsteken:

De derde vijver (C)  kreeg de naam 'Turfkuil'. Een verwijzing naar het steken van turf dat hier nog in de crisisjaren rond 1930 gebeurde. In 1986 geeft Bertus Loeffen(1910-2004) een demonstratie turfsteken. Het hiervoor benodigde speciale gereedschap had hij nog altijd bewaard. Zijn werkzaamheden waren te zien tijdens een fietstocht van het W.O.G. die hier een pauzeplaats had en zijn toen gefilmd door Christ Smits. 

 


Vis- en Schaatsvijver 't Meulengat in het Raamdal in 2015.