De Hommerzaad en de Heesberg
Uitsnede kaart 1851.
Ontgrondingen, ten behoeve van zandwinning voor huizenbouw en wegenaanleg, op de terreinen De Hommerzaad en De Heesberg langs de Cuijkschesteeg, gaf amateurarcheologen Martien Koolen en Jo de Wit uit Grave, de gelegenheid om dit gehele gebied te doorzoeken. Dit gebeurde in de jaren 1973,1975 en 2000. Het gehele onderzoek bestond voornamelijk uit het redden van vondsten voor de dragline uit.
Binnenkort verschijnt hierover van Martien Koolen een naslagwerk. Hieronder een korte samenvatting van Koolen's onderzoek.
Het gehele gebied bestond vóór de ontgronding uit rivierduinen die 10.000 jaar geleden door rivieren gevormd zijn. Deze duinen moeten voor de prehistorische mens een ideaal woongebied zijn geweest.
De Hommerzaad en De Heesberg zijn dan ook bewoond geweest vanaf de Bronstijd (2000 - 800 jaar voor Christus) tot in de Romeinse tijd (12 jaar voor Chr. tot 400 jaar na Chr.).
Foto van het begin van de afgraving in 1973.
Bronstijd:
Brons verving langzaam het vuursteen als belangrijkste materiaal voor gereedschap en wapens. Uit de vroege bronstijd is in Escharen, op de Bullen, een koperen dubbelbijl gevonden. Hier op de Heesberg
zijn uit de vroege bronstijd een aantal aardewerkfragmenten en vuursteenafslagen gevonden. Ook werden er sporen gevonden van een erf uit de vroege fase van de midden-bronstijd. Hier werd veel aardewerk uit deze periode (1800 - 1100 v. Chr.) aangetroffen waaronder ook een aantal met versierde fragmenten. Juist door deze aangebrachte versieringen is dit gevonden aardewerk te plaatsen in deze periode.
Fragmenten versierd aardewerk uit de midden-bronstijd.
Ijzertijd:
De periode na de bronstijd die is gekenmerkt door het gebruik van ijzer i.p.v. brons. (700 v. Chr. tot de Romeinen naar de Lage Landen kwamen (ca. het begin van onze jaartelling). Hier horen ijzeren voorwerpen zoals bijlen en gereedschap, munten en galzen sieraden bij. Omdat ijzer veel sneller corrodeert dan brons, zijn veel ijzeren voorwerpen verloren gegaan.
In een volkomen geïsoleerd graf uit de vroege-ijzertijd werd een Harpstedt-urn met crematie resten gevonden. Verder werden er geen vondsten gedaan uit de late bronstijd (urnenvelden-cultuur) en de de vroege- of midden-ijzertijd.
Het gebied lijkt toen verlaten te zijn geweest. Pas in de late ijzertijd sticht men hier opnieuw een kleine nederzetting, die langzaam uitgroeit tot een aantal boerderijen.
A = Late-ijzertijd nederzettingen, B = graf vroege-ijzertijd. Blauw = oude rivierarmen Geel = rivierduinen
Doordat dit terrein snel werd afgegraven was er nauwelijks tijd voor onderzoek, tekeningen en metingen. Ook het gebrek aan mankracht speelde een rol. Daarbij kon men ook alleen in vrije avonduren en weekenden werken. Tien Spanjers bewoner en pachter van het gebied, heeft samen met zijn zoon Jos, hier vele uren gewerkt en veel vondsten zijn dan ook aan hun inzet te danken.
Tussen het redden van de vondsten door, kon nog het een en ander opgetekend en gefotografeerd worden. Meerdere malen kon er een wandprofiel bestudeerd en gefotografeerd worden. Ook werden er verschillende afvalkuilen gevonden en uitgegraven.
Andere bewoningssporen die waargenomen konden worden
waren gedeelten van huis plattegronden en vele paalsporen. Naast het opgetekende gedeelte van dit huis plattegrond bevond zich een grote afvalkuil die haast geheel gevuld was met hutselen, wat ook weer een aanwijzing is voor woningbouw.
Er zijn duizenden aardewerkfragmenten gevonden. Het grootste deel van deze potscherven zijn rijkelijk versierd. Onder de overige vondsten van gebakken leem bevinden zich spinsteentjes, weefgewichten, slingerkogels en een enkele kraal.
Romeinse tijd:
Met de komst van de Romeinen in ons gebied, verandert er veel. De Romeinse tijd duurde grofweg van 12 jaar voor Chr. tot 400 na Chr. De Romeinse soldaten kwamen naar onze streek om handel te drijven met de inheemse boeren. Er ontstaat een ruilhandel van koeien(vlees) en graansoorten. Als handelsvoorwerpen hadden de Romeinen o.a.: zeer goed aardewerk, wijn, olielampjes, kruikjes en soms muntgeld. Langzaamaan wordt de Romeinse cultuur overgenomen en het 'dorp' op de Hommerzaad is in de 2e eeuw nagenoeg geheel geromaniseerd. Dit blijkt uit aangetroffen afvalkuilen waarin alleen Romeins aardewerk werd gevonden. Met de komst van de Romeinen verdwijnt de prehistorie, de Romeinen kenden immers het geschrift.
Romeinse sporen: A= graf, B = waterput, C - C 1 = profieltekening (zie hieronder)
Van de Romeinse nederzetting op de Hommerzaad kon slechts een enkele schets gemaakt worden.
Op punt A op bovenstaand kaartje werd door de bewoner en pachter, Tien Spanjers en zijn zoon Jos, enkele vondsten bij elkaar gedaan. Dit doet het vermoeden dat het hier om een graf gaat. Men vond hier een compleet Terra-sigillata bord, een ruwharig bord en een ijzeren olielampje.
Op het kaartje te zien als C - C.1 zijn paalfunderingen gevonden van een Romeinse boerderij. Twee paalsporen gefundeerd op Maaskeien (op tekening hieronder A) en een paalspoor (B) met daarin een ongebruikt Romeins kruikje. Het gaat hier om een zogenaamd 'huisoffer'.
Ook de de munt, een As van Keizer NERO, 54-68 na Chr., die gevonden werd tussen de Maaskeien van een paalfundering wordt gezien als een huisoffer.
Paalspoor met Maaskeien fundering.
Een van de meest verwerkte en gebruikte materialen in de Romeinse tijd was aardewerk. Afgezien van bouwmaterialen geldt dat vooral voor het vaatwerk. Kookpotten, voorraadpotten, kruiken, kannen, borden en schalen, alles was van aardewerk. Het beste en duurste aarden vaatwerk was de Terra-Sigillata. Al het andere noemen we 'Gewoon aardewerk'.
Het veel kostbaardere brons en glas heeft van het vaatwerk slechts een klein deel uitgemaakt.
Romeinse overige vondsten: een ijzeren olielampje, een ijzeren sleutel, een ijzeren speerpunt, een ijzeren spijker, drie bronzen fibulae en een fragment van een bronzen ring.
Terra-Sigillata wrijfschaal, gevonden door Tien Spanjers.
Op het ontgronde terrein werden ook nog enkele (losse) vondsten gedaan uit de vroege middeleeuwen. Het gaat dan vooral om aardewerkfragmenten uit het jaar 900 en 1100 na Chr.
Veel van deze gevonden voorwerpen, die in het bezit zijn van Martien Koolen, zijn te zien in het Graafs Museum. Ook het boek wat Koolen over dit onderzoek op De Hommerzaad en De Heesberg aan het schrijven is, zal in de nabije toekomst daar te koop zijn.
Andere vondsten in dit gebied.
Vondst Rob Poels, 1995.
Niet alleen amateur-archeologen hebben in dit gebied vondsten gedaan maar ook de bewoners.
Zo heeft Rob Poels(1981) bij zijn ouderlijk huis, Heesbergenweg 3, in 1995 bovenstaande vondst gedaan.Op het land was iemand aan het zoeken met een metaaldetector, onderweg naar hem toe om een praatje te maken raapte Rob deze steen op.
Een rond steentje met daarin een gat. Het steentje heeft een diameter van 4 cm. Het gat is er duidelijk door mensenhanden in gemaakt. De functie van dit steentje was Rob niet duidelijk, het deed hem het meest denken aan een amulet.
Vindplaats 'amulet' op de Heesberg langs de 'Cuijkse Steeg', in 1995.
Nieuwsgierig geworden naar zijn vondst ging hij op onderzoek uit om er meer over te weten te komen.
Op de Infirmerie in Grave was op dat moment het ROB (Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek) aan het werk. Rob liet de archeologen daar zijn vondst zien en ze boden aan om het mee te nemen voor verder onderzoek.
In 1996 ontving Rob een brief van het ROB met onderstaande conclusie:
Bovenstaande informatie hebben we nu in 2017, voorgelegd aan het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Wij ontvingen hierop onderstaand antwoord:
'Wij denken dat een plaatsing in steen- tot ijzertijd van deze vondst heel plausibel is.
De datering in de brief van het ROB van het vroege gebruik is daarentegen wel erg oud.
In Nederland zijn ze in ieder geval gevonden in kampementen uit het eind van de late oude steentijd, ca. 12.000 jaar oud. Daarna blijven ze in gebruik tot het eind van de nieuwe steentijd, ca. 2000 v. Chr.
Men heeft een zachte steen uitgezocht en deze conisch, mogelijk met behulp van een stuk vuursteen, doorboord. Knopen zullen, ons inziens, eerder van been dan van steen geweest zijn. We denken dus eerder aan een functie van dit steentje als weefgewicht, netverzwaring of spinsteentje'.
De in 1995 gevonden 'amulet', gefotografeerd op zijn vindplaats, het gebied 'De Heesbergen'.
Op die plaats vond Rob Poels ook nog de hiernaast afgebeelde bewerkte steen. Het lijkt erop dat deze in een houder heeft gezeten en gebruikt is als een voorwerp waarmee iets bewerkt kon worden.
Al en met al zijn zijn deze vondsten dus een bewijs dat ook in de Steentijd hier op de Heesberg prehistorische mensen aanwezig zijn geweest.
Uitsnede van het gebied 'De Heesberg' op een kaart van voor 1800.
De groene lijnen geven het gebied ' De Heesberg' aan.
Op deze kaart zien we De Heesberg(1) liggen als een verhoging in het landschap, een rivierduin die begroeid is met heesters en laag struikgewas. Dit is dus tevens de naamsverklarig voor het gebied De Heesberg. In welk jaar De Heesberg precies afgegraven is ons op dit moment nog niet bekend, in ieder geval na het jaar 1850.
De grootste boerderij in dit gebied (2) was de boerderij waar tegenwoordig Frans Loeffen woont en daarvoor jarenlang Fam. Valks. Deze boerderij draagt ook nu nog de naam De Heesberg een verwijzing dus naar het gebied.
De inmiddels verdwenen Hommerzaadweg staat hier aangegeven bij punt 3 en de eeuwenoude Cuijkschesteeg (5) ligt nu in 2017 nog op dezelfde plaats.
Punt 4 geeft de Heesbergerweg aan, die inmiddels doodlopend is. Hier staan thans de woningen van Fam. Cornelissen, Poels en Poos.
Bij 6 zien we de huidige Hongerkampseweg waar Bart Derks woont. Ook deze straat is geen doorgaande weg meer maar er loopt nog wel een zandpad naar het Estersveld. Toentertijd liep hier een belangrijke weg, namelijk de weg van Grave naar Boxmeer. Later is voor deze verbinding de Jan van Cuijkdijk aangelegd.
In mei 2023 bezocht EstersHeem met een op de Heesberg gevonden schaal het tv-programma Tussen Kunst en Kitsch. Lees hieronder een verslag van dit bezoek.