namen van Esterse mensen

‘Van wie bende gij d’er enne?’

 

Nog niet zo heel lang geleden hadden veel mensen niet alleen een familienaam maar ook een bijnaam. Voor een ‘buitendorpse’ was dat moeilijk. Zoekend naar een familie waarvan men alleen de officiële naam wist, kon men in Esteren maar moeizaam de weg vinden. Een bijnaam verschafte dan veel duidelijkheid want waar veel officiële familienamen dezelfde waren bijv.: Cuppen, Cruijsen en Peeters, kon men in de bijnaam of huisnaam feilloos het juiste gezin herkennen.

Als bijnaam werden er vaak uiterlijke kenmerken gebruikt zoals ‘grote Piet’ of ‘de rooie Jan Cuppen’. Er zijn er nog wel meer te noemen zoals ‘Bultje’ of 'den Bril' bijvoorbeeld maar de kans bestaat dat die als beledigend ervaren worden. De grens tussen bijnaam of scheldnaam blijft vaag.

In deel 5 van “Escharen terug in de tijd” kunt u alles lezen over de familienaam Cuppen, een echte Esterse naam.

Het duidelijker beschrijven van personen was ook nodig omdat men behalve dezelfde familienaam ook nog vaak dezelfde doopnaam dus voornaam had. Het was hier in het Katholieke Brabant de gewoonte om het eerste kind te vernoemen naar de grootvader als het een jongen was. Heette die vader van vader (Johannes (Jo) van den Hoogen) dus Johannes(Jan) van den Hoogen, dan heette die kleinzoon ook Johannes (Jan) van den Hoogen. En dan kreeg je: Jan van Jo van Jan van den Hoogen.

Foto: Johannes vd Hoogen 1895-1935

 

 

Ook voornamen leenden zich, door ze wat te vervormen, uitstekend om er een nog persoonlijkere aanduiding van te maken.

Zo kennen we Haske van Hal, Mantje van der Heijden, Buud van Sambeek of Nöl van Dinther.

 

foto: Mantje (Hermanus) van der Heijden

 

.

Iedereen kende elkaar en wist waar men woonde. Straten hadden geen namen en een woning werd aangeduid met ‘aan de grindweg van Grave naar Mill’ of ‘aan de Escharense brug’.

Bijnamen die mensen kregen gaven daarom vaak een verwijzingen naar het gebied waar men woonde, op ’t Roth, over de Raam, uit de Vogelshoek. Zo zeggen we ‘Selten van de Bus', 'Jansen van de Kouwen Oord', of ‘Claassen van de Zandvoort’.

.

Familie Selten 'van de Busweg' rond 1920

.

Als boerderijen of huizen namen hadden was dat heel gemakkelijk om families aan te duiden.

Zo kennen we: ‘Peeters van de Zwarte Wiel’, 'Cuppen van den Elsbosch', 'Gerrits van de Groote Mulder' of ‘Moeke de Brouwketel’.

.

Fam. J. Cuppen ' Van den Elsbosch'

Boerderij 'de Zwarte Wiel' van Lien Peeters-Thoonen en haar zonen

Veel bijnamen verwijzen naar het beroep dat men uitoefende. Ook de kinderen, en zelfs de kleinkinderen werden dan met die bijnaam benoemd.

Jo de Mulder - Jo van Iersel, de vader van Jo, Toon van Iersel, was molenaar.

Cornelis de Jager – Cornelis Derks was jager. Een zoon was 'Pietje de Jager'

Theo de Sik - Theo Peeters was de zoon van de toenmalige gemeentesecretaris, de Sik.

Dora, Henk of Sjef de Smid – Vader Grad van der Burgt had een smederij, en was dus smid.

Later, toen Arie van der Linden de smederij overnam, ging deze bijnaam automatisch over op hem en zijn gezin. Zo zeggen we nu nog steeds Arie of Toon de Smid.

Daan den Dekker – De grootvader van Daan Cornelissen was strodekker.

.

'Theo de Sik' met zijn vader

Theo Peeters was de zoon van de 'Sik' de toenmalige gemeentesecretaris, Martinus Peeters

.

links op de foto: Jo 'de Mulder' (van Iersel)

 Uitstapje met Nellie vd Hoogen, zijn zus Stiena 'de Mulder', Marietje vd Hoogen en Wim vd Hoogen.

.

foto: Matt Gerrits

Dora en Daan Cornelissen- van der Burgt

Als 'Dora de Smid' met 'Daan den Dekker' gaat trouwen wordt het wel heel ingewikkeld en gaan de kinderen daarom zonder bijnaam, gewoon weer Cornelissen heten.

.

 

De functie die men eens had in het dorp, blijf je houden.

Meester Bongaards of juffrouw Regien zijn daar goede voorbeelden van.

 

foto: Juffr. Regien / Mevr. v. Berlo-Arts

Een bijnaam gaf dus een nauwkeurige aanduiding dan alleen het gebruik van de familienaam.

In grote gezinnen gebeurde het dat een pasgeborene in huiselijke kring Broer of Zus ging heten. Maar het hele dorp nam die bijnaam soms over.

Zo kennen wij in Esteren: 'Zus'(Jo) Arts, 'Broer' (Martien) Peeters en 'Zus Kruusen' (Gerry Cruijsen), Zus (Dora) Bisseling en Broer Cornelissen.

Doopnamen werden gebruikt om grootouders en overleden familieleden te vernoemen. Maar kijkend naar doopnamen in het bevolkingsregister van gemeente Escharen rond 1900 zien we dat jongens geboren in Escharen soms ook de doopnaam Machutus kregen. Dit is de beschermheilige van kinderziektes, vereerd hier in de parochiekerk.

Mensen met Machutus als doopnaam zijn dus bijna zeker geboren en gedoopt in Escharen.

.

bron: BHIC

 

Ook kwam het voor dat men als doopnaam, de naam van een Heilige gebruikte, als zijn of haar naamdag samenviel met de geboortedag. Op 6 dec. 1894 krijgt de dochter van Hendricus van den Elzen, Nicolasina als doopnaam.

.

Het geven van bijnamen komt nu in ons dorp steeds minder voor.

Jammer eigenlijk want in het verleden had heel Esteren een tante, ‘Tante Bertha’.

 

 

 

 

foto:

Mevr. Bertha Schraven-Bens

eerder weduwe van Thijs(Matheus) Peeters


 

 

Als familienaam kwam "van Escharen' ook voor.

In Mill hebben enkele generaties gewoond met deze achternaam.

 

 

.