Gas-cel op 'de Vale'.


Foto uit het archief  'Het geheugen van Nederland".


De gas-cel tegen schurft bij runderen.

 

Rond 1930 verspreidde zich in Noord-Brabant de Sarcroptes-schurft, ook wel de Russische schurft genoemd. Deze schurftsoort was kort na de Eerste Wereldoorlog uit Rusland via Duitsland naar Nederland geïmporteerd en verspreidde zich onder andere via veemarkten. 

Runderen die op hun huid last hadden van deze schurftmijten kregen daar kleine knobbeltjes die hevig gingen jeuken. Met name de schoft en de rug werden aangetast. Het zieke rund ging zich schuren om de jeuk te bestrijden en zo ontstonden er grote kale plekken op de huid die ook nog konden gaan zweren. Ook de melkgift ging dan aanzienlijk achteruit. Het was dus zaak om deze ziekte te bestrijden.

Er werd gezocht naar bestrijdingsmiddelen en na onderzoek bleek het behandelen van de dieren met

zwavel-dioxide-gas het meest effectief te zijn. Veearts Joh. Kirch uit Uden maakte een eerste proefopstelling en zijn methode met het bouwen van een gas-cel bleek effectief te zijn. Zijn behandeling kreeg al snel landelijk bekendheid en navolging.

 

Ook hier in Escharen kwam deze ziekte onder de runderen voor. Het Onderlinge Veefonds nam dus het initiatief om de schurft hier ook met gas te gaan bestrijden. Een gezonde veestapel was voor hen van groot belang en door deze behandeling zouden er minder beesten doodgaan en de melkgift groter zijn. 

 

Locatie 'op de Vale,' op een perceel grond van Stans Cuppen.

 

Oktober 1935 was er een Algemene vergadering van het Veefonds in Café Antoon Eversteijn (later Café Bardoel), 49 leden waren hierbij aanwezig. Ook het plaatsen van een gas-cel staat op de agenda.

De voorzitter deelt mede dat met C. Cuppen is overeengekomen om de gas-cel op diens grond op de Vale te plaatsen. (Constantinus, Stans, Cuppen woonde eerst op de boerderij van Harrie Roelofs en heeft toen een nieuwe boerderij aan de Veldweg gebouwd waar later Wim Bens en Theo Nas woonden.)

Op bovenstaand kaartje is te zien waar de gas-cel ongeveer geplaatst werd.

In deze vergadering werden tevens de prijzen voor het jaar 1935 afgesproken: 50 cent per stuk en voor niet leden 1 gulden per stuk. Deze prijzen werden in de loop der jaren steeds aangepast. Zo lezen we  voor het 'cellen' eind jaren veertig de prijs van : koeien f 1,50 per stuk (buitendorps f 2,50), jongvee f 1,25 per stuk (buitendorps f 2,-), stieren per stuk f 5,-.  Met buitendorps werd vooral vee bedoeld dat door boeren uit Gassel werd aangevoerd. Langenboom had een eigen gas-cel.

Als boeren vee hadden die in de gas-cel behandeld moesten worden, moesten zij dat aanmelden bij het bestuur. Zij planden dan een datum en zodat er op die dag zoveel mogelijk koeien desnoods van verschillende boeren, tegelijkertijd behandeld konden worden.

Het spreekt voor zich dat niet iedere boer zomaar zijn eigen dieren mocht behandelen met de giftige zwaveldioxide. Het Veefonds had hier een beheerder en uitvoerder voor aangewezen. In de notulen van 1935 lezen we dat Jos Cornelissen (Lagehof) deze functie had en uitvoerde tegen 30 cent per uurloon.

Uit overlevering weten we dat in latere tijden ook Jan Willems beheerder is geweest.

 

Ook bij de boerderij van Fons Bardoel, toen Zanddijk 11, heeft begin jaren-vijftig een gas-cel gestaan. 

Fons was veehandelaar en zijn runderen moesten natuurlijk schurftvrij zijn. Als particulier had hij hiervoor een gas-cel op zijn erf achter de boerderij staan. De mogelijkheid bestaat dat dit hetzelfde gebouwtje is dat voorheen op De Vale stond.

 

Hiernaast op de foto zoontje Jan Bardoel bij de gas-cel, in 1955.

.


De gas-cel behandeling.

Met foto's uit archief  'Het geheugen van Nederland".

De gas-cel was een eenvoudig houten gebouwtje. Hier werden drie dieren tegelijk in geplaatst. Aan de voorzijde was de gas-cel voorzien van drie gaten waarin de koeien hun kop naar buiten moesten steken. Ze werden daar aan de voorkant met touwen stevig vastgezet zodat de kop terug trekken onmogelijk werd gemaakt.

 

Zwaveldioxide is zeer giftig dus de koeien mochten het niet inademen. In de opening zat ter bescherming een soort kraag van zeildoek dat rondom hun nek werd getrokken.

 

Aan de achterzijde zat een zware deur die goed moest sluiten. Ook hier mocht geen gas ontsnappen.

Vaak werd rondom tegen de onderkant van het huisje om die reden ook nog zand gegooid.

 

En dan kon de behandeling met het gas beginnen. Een grote gasfles met zwaveldioxide werd met een slang aangesloten op het gebouwtje. De hoeveelheid gas werd afgewogen door de gasfles op een bascule te leggen. En de gaskraan werd opengedraaid.

De behandeling duurde ongeveer een half uur. Daarna werd de achterdeur opengedaan en liet men eerst de ergste gaslucht eruit trekken alvorens men de koeien eruit haalden. Deze behandeling moest na een week nogmaals herhaald worden en dan waren de runderen als het goed was schurftvrij.

 

Begin jaren vijftig is deze gas-cel methode als bestrijding van schurft bij runderen verdwenen. Inmiddels waren er toen andere middelen voor handen die niet alleen gemakkelijker maar bovendien veiliger waren toe te passen. 


Dat de runderschurft ook op de mens kon overgaan blijkt wel uit onderstaand artikel uit 1943. Hierin antwoord veearts Kirch als een boer hem vraagt of zijn koeien wellicht schurft hebben: 'Stroop je mouwen maar eens op dan zal ik het je zeggen'. Met andere woorden als je runderen schurft hebben dan heb jij het beslist ook.