De eierbond


Het leegstaande pand van de Eierbond, de Eierschuur, aan de Beerschemaasweg rond 1967.


Op elk boerenerf liep wel een toom kippen. De eieren waren voor eigen gebruik. Had men eieren over, dan leverden de boeren die aan de plaatselijke winkeliers in ruil voor kruidenierswaren enz. 

Door de opkomst van de industrie en toename van de bevolking kwam er steeds meer vraag naar eieren. De eierprijs steeg en om niet afhankelijk te zijn van handelaren kwamen de eerste samenwerkingsverbanden tot stand (coöperaties). Zo ontstond de V.P.N. (Verenigde Pluimveehouders Nederland). 


Foto gemaakt rond 1910 van de marktpomp in Grave. De vrouw met de mand aan de arm is Gerardina Paters-Aben (1845-1934). Zij liep dagelijks vanaf de Graafschedijk in Escharen naar Grave om haar eieren te verkopen á 1 cent per stuk.


Marinus Jans, wonende aan Schrijfakkerweg 1, zag de kracht van samenwerken en had in de couranten gelezen over de gang van de Coöperatieve Roermondse Eiermijn. Hij ging zijn buren eens polsen en ook deze voelden er veel voor. Velen waren het moe om met hun eieren naar Grave te gaan en om deze vervolgens te moeten verkopen voor de prijs die de kopers geliefden te betalen.

 

De boeren uit Gemeente Escharen, waaronder dus ook Langenboom, besloten om een eigen vereniging op te richten: V.P.N., onderafdeling Escharen. In de volksmond 'De Eierbond' genoemd.

De Graafsche Courant schrijft hierover: " Dinsdag jl. 2e Kerstdag, had in café M. Jans de vergadering plaats van de vereeniging V.P.N. onderafdeling Escharen. Zeer veel belangstellenden waren opgekomen, wel een bewijs, dat onze reeds in verschillende opzichten vooruitstrevende landbouwers, zich ook niet onverschillig toonen voor bevordering van de Pluimveehouderij. Een 20-tal leden trad dan ook dadelijk tot deze zoo nuttige vereeniging toe. En mocht er binnenkort een lezing gehouden worden, waarin alles duidelijk wordt uiteengezet, dan zullen ongetwijfeld ook nog de achterblijvers volgen.”

Op 7 maart 1911 werd in Café Verheggen een bijeenkomst gehouden, waar een afdeling werd opgericht onder nummer 283. Er waren meteen 19 leden:

M. Jans, A. van Dinther, H. Bens, H. Peters, H. Dinnissen, H. Albers, H. Gijsbers, M. Verheggen, L. Arts, J. Lamers, J. Gelden, C. Cremers, H. van Vonderen, W. Goossens, G. van Boekel, E. Bens, W. van der Cruijsen, P. Martens en M. Peeters.


Graafsche Courant 1911


Graafsche Courant 1911: "De belangstelling was groot. Met een kort inleidend woord over de geschiedenis der hoenderteelt, besprak hij (commissaris der Roermondsche Eiermijn Dhr. W. janssen, vervolgens ’t doel en ’t nut der V.P.N. Op de meest bevattelijke wijze legde hij alles uit en met cijfers toonde hij aan, hoe de eierproductie en de prijzen in de laatste jaren waren toegenomen, zodat de kippenhouderij tot een winstgevende zaak kon worden gemaakt. Vervolgens behandelde hij de verzorging, voeding en verpleging en gaf enige gemakkelijke middelen aan de hand voor de bestrijding van besmettelijke ziekten. Ook besprak hij het grote nut van een broedinrichting. Er bestond dan ook geen twijfel, of veel van de toehoorders, die tot het laatste ogenblik met grote aandacht luisterden, zijn toegetreden tot de V.P.N. van de onderafdeling Escharen.”

 

Op de eerste algemene jaarvergadering op 11 maart 1911 werd als bestuur gekozen: Marinus Jans voorzitter, Arnold van Dinther secretaris en M. Peeters. Marinus Jans woonde met zijn gezin van 1900 tot 1919 in de Lage Hei aan Schrijfakkerweg 1. Arnoldus (Nol) van Dinther (1885-1966) was 'brievenbesteller' en landbouwer van beroep en woonde aan de Hekkens, waar nu de Kinderhoeve is.

Als verpakker werd gekozen Herman Gijsbers, tegen een vergoeding van 4 cent per 100 eieren. Het vervoer der eieren naar station Mill werd aangenomen door W. Goossens voor 60 cent per keer.

 

Gezin Marinus Jans-Jansen in 1918.

Arnoldus van Dinther

 

De eieren zouden door de leden zelf gebracht worden naar verzamelplaatsen en vandaar naar het station in Mill, om vervolgens met de trein naar de eiermijn in Roermond te gaan. In Escharen werd hiervoor aan de Beerschemaasweg een Eierschuur gebouwd. Beheerder en inpakker, Herman Gijsbers, getrouwd met Adriana Nikkels, woonde eerst aan de Zeisweg en kwam later in het dorp wonen aan St. Machutusweg 6.

Hulp bij het sorteren, schouwen en inpakken van de eieren kreeg Gijsbers hier o.a. van Miet van Dinther. Dit was een dochter van de secretaris Nol van Dinther. (Miet trouwde later met Harry Michiels)


Dat het enthousiasme was opgewekt om meer kippen te gaan houden blijkt wel op het volgende berichtje van 24 april 1912: 

“Bij de uitbreiding van de hoenderteelt alhier, doet het weldadig aan, dat er reeds zooveel verstandige huisvrouwen hebben gezorgd, nu reeds flinke toomen met kuikens te hebben loopen. Dat is de weg om kostbare winterleggers te krijgen.”

Het leveren van eieren ging blijkbaar zo voortvarend, dat de toevoer te groot werd. “De onderafdeling V.P.N. alhier neemt na 16 januari 1913 geen nieuwe leden meer aan. Zij die alsnog lid wenschen te worden van deze goed werkende vereeniging moeten zich dus zoo spoedig mogelijk bij het bestuur melden”.

Lageheiweg 9, Marietje van der Linden.

 

Het ging voorspoedig met de Eierbond. Steeds meer leden traden toe: op 1 januari 1929 waren het er 158! Het aantal geleverde eieren bedroeg in 1928: 1.483.627 eieren.

Door verhuizing in 1919 van de voorzitter Marinus Jans naar St. Anthonis was inmiddels Leonardus Arts uit de Maurik voorzitter geworden. Eind 1937 benoemde de Eiervereniging in de plaats van Herman Gijsbers, Grad van der Burgt als inpakker. Fam. van der Burgt woonden in de Lage Hei, op de splitsing Liefskenshoekschestraat – Busweg.


Heemkunde Langenboom heeft Anna Willems-v.d. Burgt hierover geïnterviewd. 

Anna van der Burgt is geboren in 1926. Hieronder haar herinneringen over D'n Eierbond. 

“In de jaren 1938 – 1956 heeft mijn vader Grad v.d.Burgt het baantje van eieren inpakken overgenomen van Dien en Herman Gijsbers, omdat die al op leeftijd waren gekomen. Gijsbers woonden in de Campagne, in een boerderij aan de huidige Zeisweg. Hier woonden later Jan van Gaal en woont tegenwoordig Ad v.d. Boogaard. Mijn vader en broer Jo verzamelden de eieren, die gebracht werden door de boeren uit de omgeving. Het werk nam zo’n 3 dagen per week in beslag. Na schooltijd op 12-jarige leeftijd moest ik vaak mee helpen vooral als er veel eieren werden geleverd.


Grad van der Burgt en Marie van der Burgt- Toenders met hun kinderen: Theo, Marietje, Jo, Truus, Louis, Anna, Gerrit en Toon.


Ze werden gebracht in emmertjes, manden of kleine kistjes waarin 300 eieren pasten. De grootste kippenhouder bracht weleens 6 kisten van tezamen 3.000 eieren. Een volle kist woog wel 38-40 kg. Dat leveren gebeurde met paard en kar, de kruiwagen en soms met de fiets. Men kreeg dan de eieren betaald, die de week tevoren geleverd waren. Iedere boer had een eigen nummer, zoals bij de melktuiten. Lege kisten werden geleverd daags tevoren door de C.R.E. (Coöperatieve Roermondse Eiermijn).

De eieren werden gewogen en daarna moesten ze geschouwd worden. Dat gebeurde in een donker hokje. Een “hort” met 100 eieren werd op een tafel gezet, 2 grote lampen eronder en dan kon je zien, of er bloed in het ei zat of dat de eierschaal gebarsten was. Deze eieren werden dan 2e keus. Vuile of gekneusde eieren gingen terug naar de boer. Als de eieren geleverd werden, dan moesten ze schoon zijn. Het reinigen gebeurde met een vochtig doekje met azijn. Het mocht nooit met water gedaan worden, deden ze dat toch, dan zag je dat tijdens het schouwen en kreeg de boer een waarschuwing.

Donderdag namiddag gingen we naar ’t eierpakhuis in Escharen. Dat stond tegenover de Machutusweg op de kruising aan de Beerschemaasweg. (Er staat nu een elektriciteitshuisje).

Als het werk gedaan was, werden bij harde vorst de kisten voor het verzenden aan de zijkanten afgedekt met karton en kwam er een stevig zeil overheen.

Er waren 6 boeren, waaronder Piet Cruijsen, die hadden een vermeerderingsbedrijf. Daarvoor hadden ze gezonde kippen en gemerkte hanen. Die eieren werden geleverd aan kuikenbroederijen. Dat was maar een tijdelijke periode, vooral in het voorjaar. De prijs van deze eieren was goed nl 25 cent per ei. De gewone eieren brachten 8 tot 10 cent per ei op.

Op vrijdagnamiddag werkten we aan het Hoekske. Daar stond toen een houten groen hok vooraan aan de Zandvoortsestraat, op de plaats waar nu ook een electriciteitshuisje staat. Het was daar meestal koud, want het mocht niet verwarmd worden, dat was slecht voor de eieren.

Op zaterdag voormiddag was het inpakken in het Pakhuis in Langenboom. Dat werd ook, net als in de Langstraat, gebruikt voor het afhalen van veevoer. Op 10 en 11 mei 1940 was er flink huisgehouden in dit Pakhuis en ook in de Eierschuur in Escharen. De Duitsers hadden verschillende kisten met eieren meegenomen en er waren een flink aantal eieren uit de kisten gegooid. We hebben er een flinke schoonmaak moeten houden.

 

Uit oorlogschadelijst 10 mei 1940.


Op 11 april 1936 werd het 25-jarig bestaan van d’n Eierbond gevierd. Al die jaren was Arnold van Dinther  secretaris geweest, terwijl ook Herman Gijsbers als inpakker die gehele tijd aan de vereniging verbonden was geweest. In die periode was voor 2 miljoen gulden aan eieren geleverd. Een teken, dat de kippenhouderij een behoorlijke bedrijfstak op deze zandgronden was geworden.

Het heeft de vereniging niet altijd goed voor de wind gegaan. De concurrentie van de vrije handel was een probleem. Soms werd het voor sommige leden wel eens te verleidelijk en moesten ze gewaarschuwd worden voor boete of royering wanneer ze aan handelaren zouden leveren. 

Om zeker te zijn dat goed gesorteerde eieren werden geleverd deed een sorteerapparaat zijn intrede. Deze werd al snel 'de eier-zeef' genoemd.


Marietje Nuijen-Straatman (Champagnelaan 2) is hier met buurmeisje Truusje van Gaal, aan het kippen voeren. Op de achtergrond de boerderij van fam. Harrie Michiels aan de Hoogeweg.


De Eierbond heeft steeds getracht op de voor de leden zo voordeligst mogelijke wijze te werken. Het nodige bedrijfskapitaal werd, indien nodig, opgenomen bij de Boerenleenbank. In 1951 bij het 40-jarig bestaan van de vereniging beschikt de Eierbond naast haar inventaris over vier locaties waar eieren worden ingepakt .

 Dit 40-jarig jubileum werd groots gevierd op 1 februari 1951 in Zaal Van den Hoogen aan het Hoekje.

Het ledenaantal is dan van 19 leden in 1911, gegroeid naar 170 leden in 1951. Het jubileumprogramma start met een feestvergadering. Het bestuur bestaat dan uit: Arnold Toenders voorzitter, H. v.d. Leest 2e voorzitter, M. van Hout 3e raadsman, F. van Diepenbeek 4e raadsman en Arnold van Dinther secretaris. Tijdens deze bijeenkomst wordt Arnold van Dinther dan ook gehuldigd omdat hij vanaf de oprichting deze functie vervuld. Inpakker is in 1951 Grad van der Burgt.

 

Na de feestelijke vergadering is er een koffietafel voor 360 personen. Voor deze gelegenheid worden er maar liefst 2000 broodjes besteld!

Behalve de leden en hun echtgenotes zijn ook diverse andere genodigden aanwezig. De oprichter van de Eierbond in 1911, Marinus Jans, is eregast. Na de koffietafel volgt nog een receptie en een gezellig samenzijn.

 

Marinus Jans (1872-1955)


   Opname uit 1944, in de rode cirkel de Eierschuur aan de Beerschemaasweg.


Riek Rutten-Cuppen.

Riek Cuppen (geb. 1931) weet het volgende nog te vertellen over de Eierbond:

De Eierbond was onderdeel van de Boerenbond, later de N.C.B. Aan de Beerschemaasweg, tegenover kolenboer Piet van der Heijden, stond de Eierschuur. Dit was een verzamelpunt waar boeren die lid 

Vrachtauto van de Roermondse Eiermijn.

waren van deze vereniging, hun eieren naar toe kwamen brengen. Dit deden ze in een mand, kist of emmer. De schuur was sober ingericht, er stond in de hoek een lichtbak om de eieren te schouwen, een bascule, een werkbank en enkele rijen opgestapelde grote vierkante eierkisten.

Buiten naast het gebouw stond ook nog een houten plateau waar geladen of gelost kon worden. Dit werd ook gebruikt voor het laden en lossen van melktuiten.

Een vrachtauto van de Roermondse Eiermijn kwam wekelijks de volle kisten ophalen en nieuwe lege kisten brengen.

Ik ben er vaak binnen geweest omdat mijn broer, Jo Cuppen, toen de ‘inpakker’ was. Als er veel aanvoer was werden ik of een van mijn zussen, ingezet om te helpen. Jo kwam in 1949 van militaire dienst terug uit Nederlands-Indië. (zie foto)

Hierna heeft hij enkele cursussen gedaan en kwam uiteindelijk bij de NCB te werken o.a. als beheerder van de Eierschuur. Vanaf welk jaar dat precies geweest is weet ik niet meer. Voorheen was dat Herman Gijsbers en ook Grad van der Burgt uit de LageHei heeft dit werk gedaan. Jo werkte ook bij de NCB als verzekeraar voor leden in Escharen en Velp.

De Eierbond stond vanaf ±1955, los van Langenboom, alleen Escharense pluimveehouders waren lid. Er werden echter bij de Eierbond steeds minder eieren aangeleverd. Dit kwam o.a. door de opkomst van de ‘vrije handel’. 

Wanneer de Eierbond precies opgeheven is weet ik niet. Het schuurtje aan de Beerschemaasweg heeft jarenlang leeg gestaan en is uiteindelijk gesloopt. ‘Onze’ Jo trouwde met Bets Gruntjes en heeft in 1960 een woning met een flinke kippenschuur aan Zanddijk 25 gebouwd. Die schuur is inmiddels verbouwd tot vakantiehuisjes. De eieren van zijn kippen bracht hij na opheffing van de Eierbond, naar firma Hofmans in Groesbeek. Jo overleed in 1987.


Foto van de Eierschuur gemaakt rond 1967. Linksachter de schuur van toen, Theo Peeters.


Rond 1955 werden er inmiddels ook eieren opgehaald door de vrije handel. Hier in Escharen begon Jo van den Hoogen in het voormalige N.C.B-pakhuis aan de St. Machutusweg 4a, nu Regiobank, een eierhandel. Als zelfstandig ondernemer bood Van den Hoogen meer geld voor de eieren en bovendien ging hij met een vrachtwagen bij de boeren langs. Klanten van hem hoefde dus niet zelf met kisten eieren naar een verzamelpunt te sjouwen. Deze eierhandel liep goed en dit bedrijf had op zijn hoogtepunt 13 personen in dienst.

Dit alles ging natuurlijk ten koste van De Eierbond. Deze vereniging kon niet achterblijven en ging toen ook met een tractor bij de boeren thuis de eieren ophalen. Maar het aantal kisten die wekelijks klaar stonden voor de Roermondse Eiermijn was inmiddels zo gering dat dit niet meer lonend was. 

In1957 besluiten Escharen en Langenboom afzonderlijk verder te gaan. Wanneer de Eierbond hier in Escharen precies werd ontbonden, is ons nog niet duidelijk.


Uit de filmcollectie van het Limburgs Museum:

Deze film toont verschillende mensen met manden vol eieren op weg naar een verzamelpunt. In het gebouw van de "Coöperatie Roermondse Eiermijn" (CRE) worden de eieren met behulp van een lichtbak gecontroleerd en voorzien van een stempel.