Gemeente Escharen


Fragment van "Brabantia Ducatus"
Het Hertogdom Brabant op een kaart van de hand van Pieter der Keere (1571-1648)
(uit: Germania Inferior, Amsterdam, 1617)


De eerste schriftelijke vermelding dateert van het begin der 13e eeuw. Er wordt gesproken van Escre of Escheren. In een document van de Abdij van Echternach werd toen het bezit van een hoeve genoemd, die mogelijk al in de eerste helft van de 8e eeuw zou kunnen zijn verworven.

Een Romaans kerkje, gewijd aan de Heilige Lambertus, werd al omstreeks het jaar 1000 gebouwd.
Escharen maakte bestuurlijk deel uit van het Land van Cuijk. Op 20 april 1308 kregen de bewoners gemeenterechten van Jan I van Cuijk.

Door de eeuwen heen zien we veel verschillende namen voor Escharen op topografische kaarten: Eisgheren, Esgharen, Eerschare, Eesscharen, Esseren, Eesseren, Esteren en Estrern.

In de volksmond wordt Escharen nu nog steeds 'Esteren' genoemd.

Mogelijke naamsverklaringen van Escharen zijn: een samenstelling van esc 'es' (ontstaan uit het Germaanse aski*) en haru* 'zandige heuvelrug' of  'Escar', een dijk bij een rivieroever. Hoe dan ook, Escharen lag op hoger gelegen esgronden tussen Maas en Raam.



De gemeente Escharen is al vanaf ongeveer 1340 een min of meer zelfstandig gebied, zij het onder supervisie van de schepenen van Grave.
Rond 1590 krijgt Escharen een eigen Schepenbank en wordt daarmee geheel zelfstandig. 

Het land van Cuijk was tot 1800, ingedeeld in Recht- of Dingebanken. Voor de vaststelling van de gemeentegrenzen werden deze gebieden ook wel Gemeenten genoemd. De Schout en Schepenen waren het bestuur van zo’n gebied. Ook Escharen had een eigen rechtbank met een Schout en 7 Schepenen. Deze had zitting in een kamer in herberg Den Alendonk.
Men behandelde hier kleinere zaken (middelbare en lage justitie en civiele zaken). Voor zaken van een hoge justitie of criminele zaken moest men naar Cuijk of Grave.
De Schepenen waren ook een soort van notaris, verkopingen en boedelscheidingen werden ook door hen beschreven.

.

.


1796: Volkstelling Nederlandse Republiek



.

In het Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden zegt samensteller A.J. van der Aa in 1846 het volgende over Escharen:
“Escharen gelegen in het Eerste District in de Provincie Noord Brabant, Arrondisement ’s hertogenbosch, Kanton Grave. Grenzende in het noorden aan de Maas, in het oosten aan de gemeente Gassel en Mill, in het zuiden aan de gemeente Zeeland, in het westen aan de gemeente Reek, Velp en Grave".

In 1840 had de gemeente Escharen 125 huizen  bewoond door 140 huisgezinnen, uitmakende een bevolking van ongeveer 790 inwoners. Die meest hun bestaan vinden in den landbouw en veeteelt.

Verdeeld in dorp Escharen 37/244 (= huizen/inwoners) en de buurtschappen Langenboom 11/67, Lage Peel 19/102, Lageheide 39/232, Bolt 11/78 en Vogelshoek en Heihoek 8/67.

Het beslaat volgens het Kadaster een oppervlakte van 2016 bunders 

.

 

De polder van Escharen en Gassel beslaat volgens het kadaster 419 bunders, meestal goed bouw- en weiland, hiervan, 235 bunders, liggen onder Escharen.

Het polderbestuur bestaat uit een Dijkgraaf (schout van Grave), 6 Heemraden en een Dijkschrijver.

.



.

Burgmeester De Bourbon met rechts van hem Wethouder Roelofs en links Secretaris M. Peeters.


Grondgebied gemeente Escharen
groene lijn: gemeentegrenzen na juli 1942