Smederij/winkel A.M. van der Linden

St. Machutusweg 5

.

Arie van der Linden (1928, Schaijk) was (hoef)smid. In zijn beginjaren werkte hij als knecht, onder andere bij smederij Toon (Tontje) Meijers in Zeeland. Maar hij had alle papieren in huis en wilde voor zich zelf beginnen.
In 1953 kocht hij daarom de winkel en smederij aan St. Machutusweg 5, van Roet Moors.
Deze Moors had de smederij weer van Grad vd Burgt overgenomen, maar door financiële problemen heeft Roet het hier in Escharen nog geen jaar vol gehouden.

Arie, die al snel gewoon ‘de Smid’ genoemd werd, begon in dit pand zijn smederij en winkel. Hij was toen nog niet getrouwd, dus runde hij de zaak alleen. De winkel stelde toen ook nog niet veel voor, er werden enkel wat potten, pannen, weckflessen en dergelijke verkocht.

 

In juli 1954 trouwde Arie met Tonia Gerrits (1925) van de Groote Mulder aan de Hoogeweg. De winkel wordt vergroot en het assortiment wordt uitgebreid. De winkel wordt het domein van Tonia en Arie werkt in de smederij, de ‘smees’.

De Esterse mensen waren blij met de nieuwe smederij en winkel, maar het kerkvolk was minder blij met deze verandering. Bij Grad vd Burgt was het namelijk de gewoonte om zondags rondom de smederij de paarden, en later de fietsen, te stallen als men naar de Hoogmis ging. Arie had hier helemaal geen zin in, want dan moest hij zorgen dat de smederij elke zondag opgeruimd was, en bij regenweer moesten de fietsen ook nog binnen staan. De gewoonte om van zijn erf een fietsenstalling te maken, heeft hij dus snel afgeschaft.

.

.

In de winkel verkochten ze inmiddels meer dan alleen huishoudelijke artikelen. Ook glas- en aardewerk, cadeauartikelen schrijfbenodigdheden, tuingereedschap en zelfs kinderwagens waren er te koop. Bij ‘De Smid’, kon je ook elektrische apparatuur bestellen: wasmachines, stofzuigers en strijkijzers. Pas in 1955 kreeg men in de Lage Hei en de Bolt elektriciteit, dus dat was een prima afzetgebied. Arie vertelt dat Huub van Sambeek hem zaterdags met een vrachtwagen kwam helpen om de bestellingen daar af te leveren.

Elektrische apparatuur was niet echt Arie’s ding. Hij had te weinig kennis in huis voor reparatie.

De mensen in het dorp moesten er trouwens ook erg aan wennen.

Arie vertelt dat er een klant opbelde dat hun nieuwe stofzuiger het al na 4 maanden niet meer deed, en of hij langs wilde komen. Arie moest toen op de fiets naar de Lage Hei, waar bleek dat ze niet wisten dat er een stofzuigerzak in zat die zo nu en dan geleegd moest worden.

Arie was meer thuis in de smederij. Vooral als hoefsmid had hij het in de beginjaren erg druk. Er waren dagen bij dat hij 7 of 8 paarden per dag besloeg.
Elk paard werd uit de hand beslagen. Het was dus zaak dat de boer zijn paard goed vasthield.
Een paard moest gemiddeld om de 6-8 weken naar de hoefsmid. Maar zo vertelt Arie, hij had ook boeren die maar twee keer per jaar met hun paard langskwamen. Die paarden kwamen voor het gebruik van hun paardenkrachten dan ook nooit op de harde weg. Als dat wel het geval was zoals bijvoorbeeld bij het paard van Ruud vd Heijden, die ‘romme voer’, dan moest het hoeven kappen vaker gebeuren. De stank van het beslaan, dat iedereen die het ooit geroken heeft zich wel zal herinneren, rook je regelmatig als je door het dorp kwam.
In de ‘smees’ had Arie altijd wel een knecht aan het werk. Deze knechten deden alle voorkomende werkzaamheden maar paarden beslaan deed alleen Arie zelf.

.

.

Eén werkdag in het jaar was de smederij niet in gebruik, en dat was Goede Vrijdag. Dan werd de boel geordend, opgeruimd en schoongemaakt. Volgens een oud christelijk gebruik raakt de smid de hamer niet aan op de dag dat Christus aan het kruis genageld werd. Ook Arie hield deze traditie in ere. Meester Bongaards die tegenover de smederij woonde, was dan ook weer tevreden met het opgeruimde uitzicht.

.

In het gezin waren inmiddels 4 kinderen geboren; Toon, Mark, Anke en Peter. In 1967 werd de winkel gemoderniseerd.  De smederij, die tot dan toe aan de wegkant stond, werd afgebroken en naar achteren geplaatst. Op de plaats van de smederij verscheen een nieuw winkelpand. Het werd een echte dorpswinkel waar bijna alles te koop was. Op de foto is te zien dat Pastoor van Haaren tijdens de opening de winkel inzegende met een christelijk gebed.

.

.

Bij Arie kon men ook terecht voor ESSO flessengas. Jarenlang was er ook een benzineverkooppunt van P.A.M. Dit was echter niet zo’n succes. Er was weinig aan te verdienen en de klant moest meteen geholpen worden. Dit hield in dat Tonia uit de winkel moest komen of Arie uit de smees.
De Smid had ook veel werk op de boerderijen in de buurt. Hij verzorgde de stalinrichting, met name het bouwen van zeugenkooien heeft hij veel gedaan.  De stallen van de boeren veranderden in drijfmeststallen, dus werden er honderden meters stalroosters gemaakt.

Ook had hij de verkoop en het onderhoud van landbouwwerktuigen. Later kwam daar nog het onderhoud van tractoren bij.
Verder was het aanleggen van pompinstallaties, vooral begin jaren zestig, een klus die regelmatig plaatsvond. Het slaan van ‘pulsen’ was een zwaar karwei. In 1972 ging dit mis en Arie raakte dermate gewond dat hij het zware werk niet langer meer kon doen. Hij is toen na zijn herstel bij de Generaal de Bonskazerne gaan werken, als smid en onderhoudsmonteur. Eerst in loondienst en later als zelfstandige. Tonia hield de winkel nog aan.

.

.

.

In 1986 was Arie actief betrokken bij het bouwen van De Dorpspomp. Op deze foto is Arie aan het werk met Thé Bisseling. Op de onderste foto verder ook Jo en Herman Peters.

.

.

Op 1 januari 1990 zijn Arie en Tonia met hun bedrijf gestopt. Zij verkochten het pand aan Van Ingen, die een huis met opslagruimte zocht voor het verhuur van muziekapparatuur.
Arie en Tonia hebben een huis gebouwd aan de Akkerslagen. Daar in de garage staat nu nog het aambeeld.

.