Glider 'op' de Vogelshoek


Een WACO CG- 4A Glider

 

Rechtsonder op de foto de WACO Glider die 23 september 1944 op de Vogelshoek landde.

 

WACO Glider op de Vogelshoek

Dit is de enige foto van de bewuste Waco Glider die 23 september landde op de Vogelshoek, niet ver van de Stirling die daar al op 21 september 1944 een noodlading maakte.  

Deze foto komt uit het archief van Jo van den Hoogen. Helaas weten we niet wie de personen zijn die poseren voor het vliegtuig. Als u meer over deze foto weet te vertellen dan horen wij dat heel graag. Er schijnen zelfs meer foto's gemaakt te zijn maar helaas hebben we die nog niet kunnen opsporen.

Voor zover bekend, vervoerde deze WACO alleen manschappen, en de landing verliep zonder problemen. Van de bemanning is er verder (nog?) niets bekend.


Deze WACO Glider, die 23 september op de Vogelshoek landde, maakte deel uit van het 325e GIR (Glider Infanterie Regiment) aangevuld met 80th AA&AT bat. en 307th Combat Engineer Batt
van de 82e Airborne Divisie.


Oorspronkelijk zou het 325 GIR niet 23 september maar 19 september overgevlogen worden vanuit Engeland naar Nederland. Door slechte weersomstandigheden, vooral in Engeland, moest deze vlucht een aantal keren uitgesteld worden. Het was de bedoeling de Gliders oostelijk van Groesbeek te laten landen.

Operatie Market Garden, 82e Airborne Division

 

Sinds 17 september waren deze zones LZ-T en LZ-N (Landing Zone) niet langer veilig en lagen binnen het bereik van mortieren, artillerie en direct vuur, de Duitsers hadden zich inmiddels in het naburige Reichswald ingegraven en dit zou voor langere tijd de front linie worden. 

In de ochtend van 19 september besloot generaal Gavin dat er gekozen werd voor een “veilig” terrein, DZ-O bij Overasselt, wat 17 september al door het 504th PIR (Parachute Infantry Regiment) was gebruikt. DZ-O (Drop Zone - Oboe) werd nu LZ-O (Landing Zone - Oboe) ook de uiterwaarden van de Maas tegenover Grave zouden hiervoor worden gebruikt.

 

Samenstelling van de vlucht naar LZ-O

 

Op zaterdag 23 september 1944 vertrokken vanuit Engeland vanaf diverse vliegvelden 408 C-47 Dakota’s die evenveel zweefvliegtuigen sleepten.
Gevlogen werd er via een zuidelijke route, boven bevrijd gebied. Bij Geel (België) werd er te vroeg een noordelijke koers gevlogen, dit had pas bij Leopoldsburg moeten gebeuren. Het gevolg was dat er nu boven Duits bezet gebied gevlogen werd. Tot Eindhoven bleef het vrij rustig maar de problemen kwamen pas bij Veghel.

 

23 september werd de 'veilige' zuidelijke route gevolgd over het inmiddels bevrijde België.

 

De dag ervoor waren bij Veghel zware gevechten geweest, de 101st Airborne Division had een aanval op de corridor afgeslagen en er waren grote aantallen Duitsers in dat gebied aanwezig.
De vliegtuigen werden daar intens en accuraat beschoten door licht luchtafweergeschut (FLAK) en automatische wapens. De gevolgen bleven dan ook niet uit en een aantal vliegtuigen werden neergeschoten, 348 van de 408 Gliders zouden uiteindelijk Grave bereiken.
Een groot aantal moest door problemen met de Glider of het sleepvliegtuig, voortijdig een landing maken, een 20-tal alleen al in het gebied tussen Uden-Veghel en Grave.
Zo ook de WACO die op de Vogelshoek geland is, op de Langenboomse heide (waar later begin 1945 het vliegveld B89 werd aangelegd) landde ook een WACO Glider.

 

De Glider op de Langenboomse heide

Met veel belangstelling van de bevolking


Hoewel Landing Zone Oboe het voordeel had buiten direct vuur van de Duitsers te liggen was het landen daar niet gemakkelijk. Het terrein werd oorspronkelijk niet geschikt geacht voor het landen van zweefvliegtuigen. Er waren vele obstakels zoals kleine percelen met veel prikkeldraad, sloten en grazende koeien.

Acht Gliders werden tijdens de landing totaal vernield, minstens 102 werden beschadigd. Opmerkelijk was dat de lading die ze vervoerden bijna intact bleef.

Er waren 24 stukken geschut, 82 jeeps en 47 aanhangers samen met ongeveer 2900 manschappen klaar om de al eerder gelande parachutisten van de 82e divisie te ondersteunen.

 

Gezien het grote aantal obstakels op LZ-O werd er gebruikt gemaakt van rem-parachutes om de landings uitloop zo kort mogelijk te houden. (Cargo Glider Deceleration Parachute)

 

De laatste Glider van het 325th GIR landde om 17.17 uur en om 18.00 was het regiment op 75% sterkte. De eenheid werd onmiddellijk ingezet om de oostelijke flank van de 82nd Divisie bij Groesbeek te gaan versterken. Van 27 september tot 30 september verdedigde zij de Kiekberg bij Plasmolen tegen de Duitse 190e Infanterie “Hammer” Divisie. 

In oktober werd er gevochten rond Mook en het buurtschap Katerbosch waar zware verliezen geleden werden. Uiteindelijk kwam de eenheid terecht aan de Wylerbaan bij Groesbeek en vanaf hier zouden ze afgelost worden door het First Canadian Army.
Het 325th Glider Infantry Regiment vertrok 11 November 1944 naar Camp Sissone in Frankrijk om te herstellen. Zij hadden 217 man verloren.


Detail kaart van LZ O waar de gliders landden op 23-9-1944.


20 Oktober arriveerde een reparatie team, van het 876th Aviation Engineer Battalion, ongeveer 150 man om de gelande Gliders weer vliegklaar te maken. Het slechte weer, logistieke problemen, vijandelijk artillerievuur en plunderingen bemoeilijkte de werkzaamheden.

Vanaf de grasstrook 'Mevrouws Wei', in de uiterwaarden van de Maas in Nederasselt, werden de Gliders opgesleept door  Dakota's. Wekenlang landde er Dakota's die voorraden brachten en Gliders mee terugnamen.

 

Ook konden ze in volle vlucht  aangehaakt worden. Deze niet ongevaarlijke maar spectaculaire manoeuvre werd bekend als een “Snatch” pickup. Een laag vliegende Dakota pikt de sleeplijn op van een klaarstaande Glider. Binnen 6 seconden heeft de Glider een snelheid van 190 km/u en komt na ongeveer 60 meter los van de grond. Het gebruikte nylon koord en een speciale kabelhaspel in de Dakota zorgen ervoor dat de krachten tijdens de versnelling  worden opgevangen.

Deze laatste methode werd in Son toegepast toen de vliegstrip daar zo drassig werd dat de Dakota's niet meer konden landen. Op de Sonse heide (LZ-W) was ook een verzamelpunt van Gliders. 

 

Een "Snatch" pickup van een Waco Glider.

 

Van Grave werden ze overgevlogen naar Valenciennes-Denain. Na grondige reparatie kwamen de Gliders terug  bij de luchtlandingseenheden.
Begin 1945 zouden deze toestellen weer op grote schaal ingezet worden bij luchtlandingen in het Rijnland. (o.a. Operatie Varsity)


   (foto Willy Arts)

Luchtfoto genomen boven Grave op 28 oktober 1944.

Duidelijk te zien zijn de circa 100 Gliders die in de uiterwaarden van de Maas in Nederasselt waren geland en klaar staan om opgehaald te worden.

Verder is ook de afgebakende strook te zien, beter bekend als "Mevrouws Wei",  waar de Gliders werden opgesleept. (Twee tegenoverliggende witte strepen in het weiland tussen de Maas en de Gliders.)

 

Een zojuist gestarte Dakota met een WACO (rechts op de foto nog net zichtbaar) boven de pontonbrug in Grave. In de achtergrond de Maasbrug.


Filmpje over het ophalen van de Gliders bij Son zoals ook in Grave gebeurde.

 


Toevoeging Juni 2016:

Mogelijk maakte de Vogelshoek glider deel uit van het 307th Engineers Batt. van het 82nd AA. Ook de glider die op de Langenboomse heide landde zou tot deze eenheid kunnen behoren. In de rapporten van deze eenheid komen de volgende verslagen voor.

Dit verslag is van Sgt Nixon van “A” Company 307th Engineers. Zijn Glider werd losgekoppeld omdat de glider voor hen ook werd losgekoppeld. Dat zou het toestel van Sgt Harris geweest kunnen zijn die op de Langenboomse heide terecht kwam. Sgt Nixon kwam neer op de Vogelshoek (1 mile North of MUL (Mill?)) en na de landing zochten ze dekking in een boomgaard. Toen bleek dat er geen Duitsers in de buurt waren vertrokken zij te voet naar Grave. Vanaf hun landingsplaats konden zij immers de landingen rond Grave zien. Op 24 September om 8 uur meldden zij zich op de Bn CP (Battalion Commanding Post).

Dit verslag is van Sgt Harris van “A” Company 307th Engineers beschrijft de landing bij “Megren” waar de “Meren” tussen Langenboom en Mill mee bedoeld werden. Zij dachten beschoten te zijn door Duits luchtafweer (FLAK) en de Glider werd van het sleepvliegtuig losgemaakt, zij landde daar om 16.55. Om beurten werden de soldaten per auto naar Grave gebracht waar ze de nacht doorbrachten. De dag daarop hebben ze zich om 9 uur voltallig gemeld op hun Bn CP (Battalion Commanding Post).


In een rapport van de 82e Airborne Divisie van 31 Oktober 1944 zijn de cijfers van de landing van het 307th Engineers. Batt. op 23 Sept. 1944 terug te vinden. In die serie Gliders A-21 die om 16.52 zouden landen waren er 20 WACO’s van het “A” Company 307th, 6 geladen met jeeps, 6 met trailers en 8 met manschappen (5 met 11 of 12 man aan boord, een Glider is in Engeland al moeten landen).
Helaas zijn deze rapporten niet altijd accuraat gebleken en jammer genoeg onbetrouwbaar.
Zolang er geen bewijs is zal het een aanname blijven, hopelijk komen er nog foto’s van de Gliders met staartnummer erop.


325th GIR 82nd Airborne Division

 

Bronvermelding: Airborne Operations In World War II, European Theater Dr. John C. Warren USAF 1956.

 "BRIDGE ELEVEN IS OURS"  De bevrijding van Grave 2014, Graafs Museum, sept. 2014